Robotplooien was nog nooit zo flexibel

LVD gooide de afgelopen jaren hoge ogen met zijn robotcellen. De Ulti-Form, Easy-Cell en Dyna-Cell toonden metaalbewerkers de weg naar meer efficiëntie, productiviteit en kwaliteit. Voor LVD is het zeker niet het moment om op zijn lauweren te rusten. Het aanbod evolueert immers van robotcellen naar drie Robotic Bending Systems waarbij de gebruiker in vijf stappen zelf kan kiezen wat het beste bij zijn productie aansluit. Ze zullen te zien zijn tijdens het Smart Factory Fusion 4.0-event van 4 tot 6 november in het hoofdkantoor in Gullegem.

Bij zijn lancering in 2018 was de Dyna-Cell voor veel metaalbewerkers een echte gamechanger. Het toonde immers een automatiseringsoplossing voor plooien, zonder dat er een beest van een machine stond dat zich enkel door grote series liet voeden. Nee, LVD toonde hoe gerobotiseerd plooien zich ook perfect leende voor High-Mix Low-Volume Manufacturing. “Met die oplossingen hebben we voor veel gebruikers drempels weggenomen. De modellen die volgden breidden dat spectrum nog verder uit door verder te gaan in de afmetingen van de stukken en features zoals hoekmeetsystemen en automatische grijperwissels. Zo slaagden we erin om zelfs beperkte series kostenefficiënt te laten plooien door onze robots,” aldus LVD Group Marketing Director Matthew Fowles.

Drie basisplatformen

Flexibiliteit troef? “Zeker, maar het kan nog beter. We hebben veel geleerd uit wat we gedaan hebben en hoe onze klanten daarmee aan de slag zijn gegaan. Je moet bijvoorbeeld niet alles willen automatiseren: dat maakt de oplossing vaak te complex en te duur, of je hebt er dan weer wél grote volumes voor nodig. Daarnaast zoeken klanten transparantie. Ze willen precies weten wat ze in huis halen en wat elke component waar ze voor betalen hen ook oplevert. Maar dit is in een geïntegreerde automatiseringsoplossing niet altijd even duidelijk. Met die opgedane kennis zetten we nu een nieuw concept neer dat de flexibiliteit verder opdrijft. We lanceren drie basisplatformen – Robot Bending Systems – RBS 4, 40 en 80, voor kleine, middelgrote en grote stukken,” legt Fowles uit. “Maar ze hebben wel dezelfde kernfuncties: automatische programmering, Easy-Form-Laser hoekmeetsystemen als optie, intuïtieve sturing en de mogelijkheid om manueel te werken.” 

Vijf stappen

In die nieuwe flexibele, modulaire aanpak bepaalt de klant zelf hoe zijn robotcel eruit moet zien. “In vijf stappen kan er nu gekozen worden uit verschillende mogelijkheden, zodat elke gebruiker zijn robotcel helemaal op zijn eigen behoeften kan afstemmen,” gaat Fowles verder. “We vertrekken vanuit de keuze voor de robot. Dat is de doorslaggevende stap: die bepaalt immers welke stukken je kan tillen. Het gaat om 4 kg, 40 kg of 80 kg.” Daarna bepaal je welke buigbank je nodig hebt door te kijken naar de complexiteit van de stukken, de kwaliteitsvereisten en het productievolume. In een derde en vierde stap wordt bepaald hoe de input en de output er uit moeten zien voor een ideale materiaalflow: invoerboxen, uitvoerpallets, transportsystemen, hekken … “In de vijfde en laatste stap richten we de aandacht op de grijper: universeel of niet? Manuele grijperwissel of automatisch? Als we dan de optelsom maken, komen we zo tot meer flexibiliteit voor de klant, zonder het overdreven complex te maken, waarmee we perfect beantwoorden aan de vragen van de markt.”

Enthousiast onthaal

Het enthousiasme tijdens de Technology Days van LVD in het voorjaar sprak alvast boekdelen. “Het uitgangspunt van gerobotiseerd plooien is hetzelfde gebleven voor LVD: ervoor zorgen dat de gebruiker zonder programmeerkennis zelfs kleine series rendabel geautomatiseerd kan plooien. Hij hoeft enkel de tekening op te laden in CADMAN, de software zorgt voor de rest. Dat is gebleven, maar we hebben de gebruiker wel meer opties gegeven om zijn robotsysteem samen te stellen op basis van zijn noden: om het budgetvriendelijker te maken of om extra opties toe te voegen. Hij zit in de cockpit. Dankzij deze flexibiliteit past elk RBS-systeem binnen de productieomgeving van de eindgebruiker.”    

De drie Robot Bending Systems op een rijtje: 

• RBS 4: voor stukken tot 600 x 400 mm en een gewicht tot 4 kg, met een maximale profiellengte van 600 mm. Dit systeem is compatibel met buigbanken met 1500 of 2000 mm werklengte en 40 of 50 ton drukkracht.
• RBS 40: voor stukken tot 1600 x 1200 mm, met een maximaal gewicht van 40 kg en een maximale profiellengte van 2000 mm. Compatibel met buigbanken met 2500 of 3000 mm werklengte en 80, 135 of 220 ton drukkracht.
• RBS 80: voor grote onderdelen tot 3050 x 1250 mm, tot 80 kg. De maximale profiellengte is 3000 mm. Compatibel met buigbanken met 3000, 4000 of 4200 mm werklengte en 135 of 220 ton drukkracht.