Plooien van kleine stukken: tijd is essentiële factor

In veel ateliers is de eerste plooibank die ze ooit aankochten er één van 3 meter. Groot genoeg om de meeste klussen aan te kunnen, maar daarom niet de efficiëntste keuze om kleine stukken te plooien. Mocht je achter de operator staan, zou je zelfs de plooicyclus niet zien, enkel een menselijk silhouet voor een grote rem met een ram die op en neer gaat. Als het budget er is (en de juiste orders), zal het renderen om er een kleinere plooibank naast te zetten. De efficiëntiewinst zal enorm zijn: vaak haal je het dubbele aantal slagen per uur in vergelijking met een grotere plooibank.

De populairste keuze om dan naast zo’n 3 meter plooibank neer te planten? Een van 1,5 meter met 80 ton perskracht. Deze zal niet al te veel vloeroppervlak innemen (en kan zelfs tot een mobiele opstelling worden omgetoverd) en materialen plooien van gemiddeld 0,6 tot 6 millimeter. Met de juiste gereedschappen zou je zelfs tot het dubbele kunnen gaan. Maar het is niet alleen met hun compacte formaat dat ze het verschil maken, de productiewinst zit hem in de snelheid en de ergonomie.

Sneller plooien, zonder verlies aan precisie

Als we dieper inzoomen op de snelheid kunnen kleinere plooibanken neergaande snelheden halen van ongeveer 16,5 meter/minuut, waarna ze afremmen tot 1,8 meter/minuut om daadwerkelijk de plooi te leggen. Daardoor kunnen ze, in vergelijking met grotere plooibanken, meer onderdelen per uur verwerken. Afhankelijk van het materiaal  – bij aluminium en rvs bijvoorbeeld – mag het soms zelfs wat trager. Daar hoeft de operator zichzelf het hoofd niet over te breken. Het plooiprogramma past die automatisch voor hem aan in functie van het order. Heb je een ervaren operator die toch zelf wil fijnregelen, dan kan hij dat makkelijk op het gebruiksvriendelijke bedieningsscherm. 

Zesassige achteraanslagen helpen de operatoren om de onderdelen, zelfs de meest complexe, voor het plooien nauwkeurig te positioneren en toch hoge snelheden neer te zetten. Een belangrijk hulpmiddel bij het verbeteren van de kwaliteit, zeker bij kleinere stukken. Als het onderdeel niet exact tegen de achterste aanslag ligt, is die buiging waarschijnlijk al buiten tolerantie en zullen alle volgende buigingen  hetzelfde lot beschoren zijn. De zesassige achteraanslag biedt de metaalbewerker gemoedsrust voor de toekomst, omdat deze complexe, niet-parallelle en zelfs conische onderdelen kan verwerken.

Ergonomie boven

Tweede aandachtspunt voor de constructeurs bij de ontwikkeling van kleine plooibanken is de ergonomie. Om het leven van de operator zo aangenaam mogelijk te maken, zodat hij zo productief mogelijk kan zijn, worden ze uitgerust met steunarmen of beweegbare tafels waar operatoren hun armen op kunnen laten rusten terwijl ze de kleine stukken manipuleren. De bediening is motorisch verstelbaar. Soms is zelfs zittend werken mogelijk. De operatoren hoeven immers niet van het ene uiteinde van een grote plooibank naar het andere te lopen. Ledverlichting helpt dan weer bij het zicht om zelfs het meest uitdagende precisiewerkje tot een goed einde te brengen. Zelfs voor oudere werknemers. Gereedschapswissels verlopen snel, dankzij de integratie van opbergkasten en -laden. Dankzij de snelle toegang tot het gereedschap en de eenvoudige opstelling van de gereedschappen, kan een wissel zelfs in minuten gebeuren.

Toptechnologie

En klein wil al helemaal niet zeggen minderwaardig. Ze kunnen vandaag – net als hun grote broers – uitgerust worden met alle moderne snufjes zoals laser- en camerasystemen. Voor de veiligheid; de camera overziet het volledige plooiveld, kan het onderscheid maken tussen gereedschappen, werkstukken en vingers en stoppen indien nodig. En voor de nauwkeurigheid; de machine meet de hoeken tijdens het plooien en kan compenseren voor veerterugslag, om afkeur of nabewerking te vermijden. Ook automatisering is mogelijk.  

Ze zijn vaak zo ontworpen dat ze in een mum van tijd (een kwartiertje) tot een robotplooicel kunnen worden getransformeerd om die grote series over te nemen. Soms, als het volume groot genoeg is, kan het sneller zijn om het plooien door een robot te laten doen. 

Wat is het juiste volume? Als het programma minder dan 20 minuten duurt of slechts een paar plooien omvat, kunnen 250 onderdelen worden beschouwd als een goed volume voor een kleine geautomatiseerde plooicel. Toch snel weer even een manueel order ertussenin? Geen enkel probleem. De meeste metaalbewerkingsbedrijven kiezen er bij de aankoop van een kleine plooibank voor om ze al te laten voorbereiden op robotintegratie. Niet meteen, maar zodra ze vertrouwd raken met de technologie en de machine meer en meer orders begint over te nemen van de grotere plooibank, zal die robot ook effectief volgen.

Conclusie

Het juiste gereedschap voor de klus leidt vaak tot een hogere efficiëntie. Kleinere plooibanken bewijzen dat voor kleinere onderdelen. De ram beweegt sneller dan die van grote machines en ze zijn ontworpen om vanaf het eerste stuk kwaliteitsonderdelen te produceren, waardoor herbewerking of afdanking overbodig is. Ze zijn ook ontworpen met het oog op toekomstige automatiseringsupgrades. Dat geeft metaalbewerkers veel om over na te denken als het gaat om de verwerking van kleine onderdelen. Is het tijd om de juiste plooibank voor jouw bedrijf te vinden?