De komende jaren stroomt er ongekend veel defensiegeld Europa in. Lidstaten verhogen hun budgetten richting en voorbij de 2%-norm; in 2024 ging het al om circa € 343 miljard en voor 2025 wordt € 381 miljard geraamd. Dat is de tiende stijging op rij en 30% hoger dan 2021. Voor de maakindustrie is dat geen golfje, maar een getij. De vraag is, tilt dit ons structureel omhoog of sleuren we elkaar kopje-onder?
Mijn stelling: het is een zegen, mits we het slim organiseren. De valkuil is eenvoudig: geld jaagt capaciteit op, terwijl de bottlenecks (mensen, machines, materialen) dezelfde blijven. Nederland en omringende landen bouwen nu snel op, Den Haag schuift miljarden naar leger en industrie, met beleid om innovatie en productie op te schalen. Dat creëert kansen voor precisieverspaners, systeem- en modulebouwers en toeleveranciers van mechatronica. Maar zonder regie ontstaat er kannibalisatie tussen sectoren om dezelfde spindeluren en technici.
Daar komt bij: het handelspolitieke klimaat is guur. De EU hanteert stevige heffingen op Chinese elektrische voertuigen, Peking slaat terug met antidumping op Europese agrarische producten. Dat raakt koopkracht, logistiek en sentiment, en dus investeringsbeslissingen van onze klanten. Voor maakbedrijven betekent dit meer volatiliteit in orderportefeuilles en levertijden.
Specifiek voor de high-tech keten speelt nog iets, ASML blijft de ankerklant van Europa’s maakecosysteem. De onderneming was de afgelopen maanden uitgesproken voorzichtig over 2026, ondanks sterke boekingen en AI-gedreven vraag. Als die vraag aantrekt, en dat gaat gebeuren, drukt ASML tegelijk op dezelfde capaciteit als defensie. Zonder versneld automatiseren gaan we kiezen: wafers of wapensystemen. Dat is geen politiek statement, maar een planningsprobleem op de werkvloer.
De oplossing is niet spectaculair, maar wel effectief wordt; verdergaand automatiseren en digitaliseren, nú. Europese rapporten trekken dezelfde conclusie, productiviteit is onze achilleshiel; alleen met versnelling in robotisering, datagestuurd produceren en compatible standaarden (van engineering tot logistiek) houden we loon- en energiekosten in toom én leveren we sneller. Denk aan lights-out cells voor repeterend werk, ERP-integraties die realtime capaciteitsbeslissingen nemen, zodat doorlooptijden korter en voorspelbaarder worden.
Defensiegeld op zichzelf is noch vloek noch zegen. De zegen zit ’m in discipline: focus op productiviteit, digitalisering en samenwerking in de keten. Doen we dat, dan bouwen we, ook als ASML straks weer harder gaat, een Europese maakindustrie die schokken opvangt en marktkansen pakt in plaats van erdoor verrast te worden. In de praktijk draait het om voorspelbaarheid, processen die lopen wanneer de vraag piekt, data die klopt wanneer er geschakeld moet worden, partners die meebewegen als de mix verschuift van civiel naar defensie en weer terug. Dual-use wordt dan geen slogan maar een werkwijze: dezelfde kwalificaties, dezelfde kwaliteitsbewaking. Minder brandjes blussen, meer ritme en controle. Zo ontstaat rust in planning, stabiele doorlooptijden en behoud van marge, waarmee extra vraag niet voelt als een golf die over je heen slaat, maar als een hoger basispeil waarop je kunt blijven produceren.
De Pen – Henry Blom – Algemeen directeur bij Hoffmann Group Nederland en België
Neem dan rechtstreeks contact op met Hoffmann Group.
Contact opnemen